Waarom de aandacht voor rouw bij jongvolwassenen nodig is
Jongvolwassenen ondervinden een hoop problemen nadat zij een familielid of bijvoorbeeld een goede vriend of vriendin verliezen. Meer dan in eerste instantie wordt opgemerkt.
​
Zo blijkt dat 1 à 2 jaar na het verlies van een dierbare 16 procent van de jongvolwassen te maken heeft met gecompliceerde rouw. Dat is een vorm van rouw die de geest en emoties volledig overneemt en niet meer loslaat. Maar liefst 34 procent lijdt aan een milde tot zware depressie.
De band die de nabestaande heeft met de overledene en de mate van afhankelijkheid spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van gecompliceerd verdriet of een depressie.
Ondanks het grote aantal verliesgevallen bij jongvolwassenen en de mogelijkheid tot (heftige) problemen, heeft deze leeftijdsgroep relatief beperkte aandacht gekregen.
​
Volgens het CBS wonen er op dit moment zo’n 1,5 miljoen jongvolwassenen tussen de 20 en 30 jaar in Nederland. Het is lastig om er daadwerkelijk achter te komen hoeveel van deze 1,5 miljoen jongvolwassenen recentelijk een dierbare heeft verloren.
​
Wel weten wij hoeveel mensen er in een jaar overlijden en op welke leeftijd dat dan gebeurt, maar het valt niet te achterhalen of die mensen een jongvolwassene als nabestaande achterlaten. Het is dus een probleem om precies vast te stellen hoe groot deze groep is.
​
Voor ouderen zijn er veel verschillende websites over rouw, waarschijnlijk omdat iemand verliezen op hogere leeftijd vaak voorkomt. Het is voor een jongvolwassene niet per se uitzonderlijk, maar ook niet standaard om een dierbare te verliezen. Hierdoor valt deze groep weg binnen de media op dit moment.
Maar de behoefte vanuit jongvolwassenen is er wel. De groep heeft behoefte aan informatie, zowel emotioneel als praktisch. Een website zou hierbij kunnen helpen.
Zij willen wel met rouw bezig zijn, maar niet altijd op een zware en serieuze manier.
​
Jongvolwassenen ervaren vaak intens en langdurig verdriet, krijgen een verminderde gezondheid, een forse toename van doktersbezoeken voor zowel fysieke als emotionele problemen en toenemend drugs-, alcohol- en tabaksgebruik na verlies.
​
De groep jongvolwassenen wordt op verschillende manieren beschreven. Vaak wordt de leeftijd 18 tot en met 28 gehanteerd en daar wordt in dit blad ook vanuit gegaan.
​
Bij deze leeftijdsgroep wordt verdriet geassocieerd met moeilijkheden op academisch gebied en kan het de ontwikkelings-, beroeps- en sociale taken verstoren.
​
Uit onderzoek blijkt dat hoe sterker de band is hoe groter de kans is op gecompliceerde rouw ondanks het feit of de nabestaande van zichzelf afhankelijk is of niet.
​
De mate van depressie wordt juist beïnvloed door het niveau van onafhankelijkheid. Deze resultaten tonen aan dat gecompliceerde rouw een gevolg is bij rouwende jongvolwassenen met interpersoonlijke karaktereigenschappen (zoals de relatie tussen de overledene en nabestaande) en afhankelijkheid van de persoon. Terwijl een depressie vaker wordt gelinkt aan afhankelijkheid als karaktereigenschap.
​
Ook toonde onderzoek aan dat gevoelens van vertrouwen, veiligheid, intimiteit en wederzijdse steun in een relatie geassocieerd worden met een toenemend verdriet na verlies.
​
Hoge afhankelijkheid wordt overigens geassocieerd met chronisch verdriet, gekenmerkt door symptomen van aanhoudend, intens verlangen en leed.